Search
Close this search box.

De bio-energetische realiteit van deelpersoonlijkheden aangetoond d.m.v. een experiment

Door Dr. Alberto Caddeo [1]; Dr. Franca Errani [2]; Prof. Sergio Serrano [3]vertaling Drs.A.J.Th..Maassen, Drs. M. Maassen-Schrievers, Drs.Anneloes Welling-Maassen[4]

Woord vooraf

Dit werk heeft kunnen ontstaan dankzij de samenwerking met dr. Alberto Caddeo en prof. Sergio Serrano die ik “bij toeval” een paar jaar geleden heb leren kennen bij een avondmaaltijd[5]. Soms zijn het juist zulke ontmoetingen die ideeën en plannen doen gisten die tot dan toe sluimerden in een hoek van het brein … Feitelijk droomde ik (Franca Errani) er al lang van om de energetische realiteit van deelpersoonlijkheden te kunnen aantonen op wetenschappelijk herkenbare en reproduceerbare wijze, door de biologische effecten van Voice Dialogue-sessies te meten.

Hal en Sidra Stone, ontwerpers van de Psychologie der Ikken en van Voice Dialogue, spreken over de deelpersoonlijkheden als over een biofysische werkelijkheid, waarmee de impact die ze hebben op ons bestaan niet alleen symbolisch, psychologisch of intellectueel is.
Voor ieder die een Voice Dialogue-sessie heeft meegemaakt, is het evident: al wie wat betreft houding, toon waarop gesproken wordt, waarneming van zichzelf, verandering van fysiologische sensaties, van vermindering of zelfs verdwijning van lichamelijke symptomen, bij menige gelegenheid heeft geprobeerd zijn deelpersoonlijkheden te laten spreken volgens deze methode, twijfelt er niet aan of er gebeuren “vele zaken” tijdens de sessies …”zaken” waarvan de effecten zich ook daarna manifesteren, niet alleen op het psychologische vlak.

Toch blijft deze evidentie altijd en alleen inwendig, zij behoort tot de wereld van het bewustzijn en kan op zijn hoogst gedeeld worden binnen de groep mensen die de methode gebruikt en de effecten ervan op langere termijn, bevestigt.

Door zo te werk te gaan blijft het psycho-energetische werk van Voice Dialogue (en waarschijnlijk van andere holistische methoden) beperkt tot groepen van liefhebbers en experts, maar laat niet de confrontatie toe met andere werkelijkheden; zij laat bovenal geen confrontatie toe met de wetenschappelijke gemeenschap en laat geen uitbreiding toe van het gebruik van deze methode binnen het ruimere verband van preventie van ziekten of van behoud van gezondheid.

Natuurlijk is het voor een project van dit type nodig dat men de juiste personen naast zich heeft die er de doelen van kunnen begrijpen en kunnen delen; maar ook de juiste instrumenten die in staat zijn metingen te verrichten in maateenheden die door de gemeenschap worden herkend, en die dus reproduceerbare metingen opleveren. De ontmoeting met dr. Caddeo en prof. Serrano is cruciaal geweest voor het ontwerpen van experimenten met gebruikmaking van apparatuur die geschikt is gebleken voor wat ons voor ogen staat: het apparaat van bio-electronische diagnostiek BFB, gebruikt volgens de methode Ryodoraku.

Om de experimenten uit te voeren, hebben we de hulp gevraagd van vier vrijwilligers[6] (zelf heb ik mij aan de test onderworpen, en er zijn dus vijf sessies gemeten): we hebben ervoor gekozen te werken met ervaren Voice Dialogue-trainers omdat de sessies enkele kenmerken moesten hebben:
Ø kort zijn (20 minuten)
Ø uitgevoerd worden in tegenwoordigheid van twee personen (Alberto en Sergio, die het apparaat bedienden en de sessies opnamen)
Ø gefocust zijn op een algemeen maar heel gewoon thema: de keus is gevallen op het onderzoek van al wat eigen is aan de Doener (gebonden aan het handelen) en van het Relaxte Zelf, gebonden aan de toestand van het zijn.

De sessies hebben plaatsgevonden in de studio van Dr. Alberto Caddeo in Milaan. De resultaten van deze eerste experimenten zijn uiteengezet bij het Tweede Nationale Congres “De talen van Voice Dialogue”, gehouden in Porretta op 17-18 juni 2006, en georganiseerd door de “Scuola di Counseling”, gebaseerd op Voice Dialogue, en door ANCORE (Associazione Nazionale Counselor Relazione), gesponsord door de Master “Interpersoonlijke relaties, communicatie en counseling” onder leiding van Prof. Cheli, Universiteit van Siena, en door de “Associazione Voice Dialogue Italia”. Dit artikel geeft een uitwerking van die conferentie.

Het wetenschappelijke kader

Alvorens de gegevens te onderzoeken is het verstandig om het wetenschappelijke kader waarin wij treden, beter te begrijpen; evenals de apparatuur die gebruikt is. Dat deel van het verslag is geleverd door prof. Serrano, en enkele interessante elementen en diagrammen zijn weergegeven in zijn artikel dat beschikbaar is als pdf-bestand: “Biofysica en biologische systemen” dat men kan vinden op de site www.innerteam.it , onder “artikelen”.

Hier geven wij een meer informele versie weer, aangepast aan het doel van deze verhandeling.

De studies die werden ontwikkeld door het Research Centrum van de Universiteit van Milaan zijn erop gericht de verschillende Natuurgeneeswijzen op hun waarde te schatten, hun wetenschappelijke geldigheid te verificeren volgens westerse normen, te oordelen welke kunnen worden gebruikt op een manier die complementair is aan de academische geneeskunde en op welke wijze ze kunnen worden gebruikt.

Reeds lang gebruiken de diverse Natuurgeneeswijzen (ook gedefiniëerd als Complementairen), verankerd in oude tradities, de term “energie” of equivalenten daarvan, maar deze term wordt niet gedefiniëerd in deze context. De zuiver farmacologische benaderingen, meer specifiek voor de academische Geneeskunde, zijn daarentegen niet gericht op de energetische aspecten van de werkelijkheid. Deze Geneeskunde ervaart in feite nog sterk het chemische stempel; die houding is verklaarbaar uit het feit dat historisch gezien in het westen nu juist de chemie de eerste wetenschap is geweest die zich als wetenschap gestructureerd heeft, daarbij ook invloed uitoefenend op de wetenschappen die kort daarna zijn opgekomen.

We hadden dus, aan de ene kant, in de praktijk “energetische” Geneeswijzen maar zonder wetenschappelijke ondersteuning; aan de andere kant een biochemische Geneeskunde die nuttige elementen zou kunnen halen uit de eerstgenoemde door een logische aanvulling, maar die theoretische en experimentele verificaties vereist.

De biochemische realiteit en de energetische realiteit

De tak van wetenschap die het meest de energie heeft bestudeerd en dat nog doet, is de Fysica. Juist hier in Italië hebben we de eer gehad een Nobelprijswinnaar, een fysicus, in de persoon van Rubbia te hebben die het nucleon heeft ontdekt en gewezen heeft op de verhouding tussen fotonen en nucleonen –dat wil zeggen de verhouding tussen energie en massa: die verhouding is ongeveer een miljard op één. Anders gezegd: slechts een miljardste van de werkelijkheid is bestudeerbaar via de scheikunde zoals wij die kennen; de rest is energie, fotonen en biofotonen[7].
De tweevoudige werkelijkheid (mechanica en chemie aan de ene kant, energie aan de andere) heeft zich steeds duidelijker gemanifesteerd, zoals ook de noodzaak steeds dringender is geworden, voor de Geneeskunde en de biologie, om die waarheid niet te ontkennen, maar veeleer in staat te zijn die te gebruiken, ook op diagnostisch niveau.

Om de tweede werkelijkheid, de energetische, te kunnen beschrijven op het terrein van de biologie, was niet alleen dit inzicht nodig, maar ook een theorie die dit kon inpassen in het geheel van de biologische kennis, in een coherent kader: dát is geschied dankzij het nieuwe model van het DNA dat de theorie van de biofotonen[8] gebruikt. Waar de chemische Geneeskunde, ter beschrijving van de toestand van gezondheid of ziekte, het concept beschrijft en gebruikt van de biochemische homeostase[9], vragen de natuurlijke disciplines (zoals bijvoorbeeld de acupunctuur, reeds ingebed in de erkende complementaire geneeswijzen) om het bestaan van een electromagnetische homeostase. Het nieuwe model van het DNA laat zien dat het niet alleen de biochemische homeostase controleert, maar door middel van de biofotonen ook de electromagnetische. De fysica heeft de werkelijkheid van de biofotonen aangetoond, en is erin geslaagd ze met geschikte apparatuur te meten en ook te fotograferen, dankzij de electrongrafiëen (electrofotografiëen).

“Wanneer de homeostase is veranderd, gebruikt men chemische geneesmiddelen om het chemisch deel te corrigeren, maar om het energetische deel te corrigeren, heeft het geen zin chemische substanties te gebruiken, men moet energie geven: en hier kunnen homeopathische remedies worden gebruikt die, zoals aangetoond is, polarisaties van de electromagnetische golven teweeg brengen; natuurlijk is de werkelijkheid dezelfde: derhalve kan men door de biochemische homeostase in orde te brengen de electromagnetische in orde brengen en vice versa. Dus hoeft men zich niet te beperken tót en te handelen volgens één enkele weg”.

Op dit punt bleven er nog fundamentele vragen:
Op welke manier bewegen die heel zwakke electromagnetische signalen binnen het organisme (waar gaan ze doorheen? Men heeft bijvoorbeeld gezien dat onder sommige punten van de acupunctuur geen zenuwuiteinden zijn, op welke manier wordt de prikkel dan overgebracht?
En hoe kan men, gezien de zwakke intensiteit, een verklaring geven voor de belangrijke effecten in het organisme?

De electromagnetische structuur van water

Op de eerste vraag antwoordt het begrip van de electromagnetische structuur van water. De H2O-moleculen zijn electrische dipolen: dat wil zeggen dat zij zich oriënteren als er een electrisch veld wordt aangebracht en dat zij in staat zijn transmissies van een signaal mogelijk te maken. De polariteit van water schept in feite “vezels” samengesteld uit zijn moleculen, een soort van “virtuele draden’ waarlangs de aangebrachte zwak electromagnetische signalen zich kunnen voortplanten.

Het organisme als open systeem

Op de tweede vraag antwoordt het model van het organisme, gezien als een open systeem en niet als een gesloten systeem. Tot nu toe placht de academische Geneeskunde het organisme als een gesloten systeem te zien, d.w.z. een systeem waarin, gegeven bepaalde oorzaken, altijd (of bijna altijd) dezelfde effecten optreden. Als men bijvoorbeeld een zeker geneesmiddel inneemt zal men, met een hoge mate van waarschijnlijkheid, dezelfde effecten krijgen. Het gesloten systeem heeft als basis een mechanisch-chemische conceptie van de levende organismen, die geanalyseerd worden zonder dat, tegelijkertijd, op adequate wijze de context in acht wordt genomen. De structuur die in dat model wordt geschapen is, vergeleken met de realiteit, buitengewoon rigide.

De geboorte van de chaos-theorie heeft de ontwikkeling mogelijk gemaakt van een parallel model, dat van de organismen als open systemen[10]. De beschrijving is biofysisch van aard en niet mechanisch-chemisch, en voorziet in de mogelijkheid dat een systeem dat een bepaalde prikkel krijgt (door een therapie of welke actie dan ook) in staat is om die prikkel opnieuw te verwerken, hetgeen met zich meebrengt dat met eenzelfde beginprikkel niet noodzakelijk dezelfde eind-output correspondeert. Vanuit het gezichtspunt van de chaostheorie is dit element er een van “wanorde”, maar een zekere mate van wanorde is nu precies datgene wat een levend organisme flexibel maakt: die wanorde laat het organisme toe alternatieve wegen in te slaan.

Het antwoord op deze laatste vragen brengt ons dichter bij onze experimenten. Het organisme gehoorzaamt in dit model niet aan deterministische wetten maar is een flexibele structuur die diverse evenwichtstoestanden kan bereiken, terwijl die toestanden kunnen veranderen “als reactie op de geordende, informatiegevende energie die van buiten komt”. De externe stimulans kan ook een zeer kleine hoeveelheid energie zijn: een arts kan bijvoorbeeld acupunctuur toepassen door lasertherapie te gebruiken: de hoeveelheid toegepaste energie is heel zwak, maar de effecten kunnen aanzienlijk zijn omdat de open structuur in staat is die energie opnieuw te verwerken.

De productie van biologische effecten die uitgaat van uitwendige energetische prikkels, ook van emotionele aard, is door een recente wetenschap aangetoond, de PNEI (Psycho Neuro Endocriene Immunologie).

Dat is nu net waarom de academische Geneeskunde steeds meer energetische modellen kan integreren: omdat de wetenschap doende is theorieën te ontwikkelen die van de organische werkelijkheid een beschrijving geven van electromagnetische en energetische aard, die zich voegt bij de beschrijving van chemische aard die reeds bekend is en die die beschrijving completeert.

De methode B-F-B-Ryodoraku
Op dit punt doet zich echter een andere interessante vraag voor: op welke manier kunnen die veranderingen van de homeostase worden geconstateerd en gemeten? Het is nodig dat de apparatuur, voor dit doel ontwikkeld, erkend wordt door de wetenschappelijke gemeenschap zodat zij een brug bouwt tussen de twee culturen en beide culturen hem kunnen gebruiken vanuit gezichtspunten die nuttig en kenmerkend zijn voor ieder afzonderlijk.

De methode BFB-Ryodoraku beantwoordt aan deze eisen: het apparaat is een instrument om opgewekte potentialen te meten en gebruikt dus erkende maateenheden; de metingen worden verricht op acupunctuurpunten waarvan het bestaan ruimschoots bewezen is in wetenschappelijke kring. Als men een prikkel geeft aan de periferie verwacht men een microreflex in het autonome zenuwstelsel. De principes van deze diagnostische techniek zijn bestudeerd aan de universiteit van Kyoto (Japan) door prof. Nagatani, en vervolgens geperfectioneerd aan de universiteit van Milaan[11], aldus de basis leggend voor het actuele diagnostische systeem BFB FRA. SE. Het meetapparaat is verbonden met een computer, die de metingen, verricht door het apparaat BFB, uitwerkt.

Afbeelding van het apparaat niet beschikbaar via deze site; kan op verzoek via e-mail worden toegestuurd.

De grafieken die eruit komen zijn de volgende:

Afbeelding grafieken niet mogelijk via deze site; kan op verzoek via e-mail worden toegestuurd.

significante meridiaan: F3
meridiaan die het meest veranderd is: F3 (niermeridiaan).

De interpretatie van de verkregen gegevens:
Op het congres van Poretta had Dr. Caddeo dit deel van het werk de titel gegeven: ”Eerste ervaringen tussen de bio-energetica van het levende systeem en het Zelf” om duidelijk te maken dat elke innerlijke ervaring van het bewustzijn en evolutie van het bewustzijn, onverbiddelijk een verandering met zich meebrengt van kwaliteit en kwantiteit van de psychofysische energie van het individu.

De methode BFB Ryodoraku, in het voorafgaande uitgelegd, is een zeer waardevolle ondersteuning van ons doel. Waardevol juist omdat hij kwantiteit “meet” en bovendien verhoudingen meet tussen de energieën van de verschillende Meridianen die de samenstellende krachten van het menselijk wezen geleiden. Aan de basis van de interpretatie van de gegevens ligt dus een geïntegreerde benadering die leunt op de chinese geneeskunde, opnieuw onderzocht door de westerse wetenschappelijkheid en door de psychologie volgens de psychosomatische benadering: de visie dat geest en lichaam één zijn, is intrinsiek aan de chinese geneeskunde en ook aan de psychosomatiek –een analoge visie, symbolisch, van de samenhang tussen de macrokosmos en de mens als microkosmos.

Koppelt men deze methodiek aan het proces van Voice Dialogue, waar de energetisch-magnetische psychofysische dynamiek zich met groot succes ontwikkelt dan krijgt men een waardevolle gelegenheid om de existentie en de verandering te laten zien van een “vitale” energie die zich bevindt in duidelijke centra van het ruimte-tijdcontinuum in de “tijd” van de mens; we zouden kunnen spreken van een analoge localisering van de energieën van de verschillende deelpersoonlijkheden in de fysische structuur – de eigen psychosomatische identiteit. Het is onnodig nog eens te vermelden dat ook voor Voice Dialogue de dimensie verstand, geest, psyche en biologie één zijn.

Het op waarde schatten van de ontwikkeling van een Voice Dialogue-sessie in een energetische interpretatie volgens de hierboven genoemde benadering is verrassend geweest: wij beiden (Caddeo en Serrano) hadden dan ook niet voorzien, vanuit onze medische en wetenschappelijke ervaring, dat in zó korte tijd, slechts twintig minuten, zo radicale, en vanuit energetisch standpunt zo belangrijke veranderingen zouden plaatsvinden, een energetische beweging in zo grote resonantie met de emotionele en psychische beweging. Dit is een belangrijk punt: de energetische plasticiteit. Belangrijk ook vanuit academisch gezichtspunt omdat het reproduceerbaar is geweest, in de zin van werkelijke meting.
We hebben dus een analogie kunnen vaststellen van de energetisch-archetypische functies met psychische functies en aspecten, dat wil zeggen de deelpersoonlijkheden zoals in de Psychologie der Ikken gedefiniëerd en met de techniek van Voice Dialogue ervaren.

Met dit doel zijn vier karakteristieke toestanden in aanmerking gekomen, en deze zijn voor ieder subject gemeten:

De basale status, dit is zoals het subject wordt aangetroffen: de basis-“energetische status”.
De status van “de Doener” (de energie verbonden met het doen, met de actie)
De status van het “Zijn” (ontspannen energie, niet-gefocust, verbonden met het voelen).
De nieuwe status van de normale toestand ná de ervaring van de Voice Dialogue-sessie.

In de grafieken van BFB Ryoduraku (vergelijk voorafgaande figuur) is er een lijn die de gemiddelde biologische energie van het individu weergeeft (gemiddelde van de energie van alle meridianen door middel van speciale wiskundige algorithmen, goedgekeurd door de academische geneeskunde): het gebied van de normale toestand; de punten die buiten die ranges van normaliteit vallen, zijn pathologisch; tenslotte geeft de software aan welke meridiaan de grootste wijziging heeft ondergaan, (significante meridiaan).

In de Ryoduraku-techniek is de “causatieve of significante meridiaan” niet alleen te beschouwen als de “energetische holte” waaruit welke instabiliteit dan ook ontspruit en die dus ook alle vormen van pathologie van het individu veroorzaakt. De Causatieve meridiaan is het “meest kritieke punt van het systeem” oftewel het punt van maximaal potentieel, instabiliteit, kwetsbaarheid, maar ook van maximale elasticiteit om de energiestroom van het systeem te veranderen. Kortom de zone van de mogelijkheid tot herpolarisering en verandering van de kwalitatieve sprong van bewustzijn en van aanpassing.

In de gegeven situatie, bestudeerd en van commentaar voorzien tijdens de rapportage op het Congres van Poretta Terme kan men iets belangrijks opmerken in de meting van de basale staat: in het punt F5 (F staat voor “foot” omdat het uiteinde op de voet ligt, zie tekst Biofysica en Biologische Systemen, prof. Serrano), dat correspondeert met de galblaasmeridiaan, bevindt zich een zogenaamde diamantvormige figuur.
De acupunctuurmeridianen zijn, anatomisch gezien, geometrisch symmetrisch en hun energetische waarden zouden zich, normalerwijze, geleidelijk moeten ontwikkelen om te convergeren naar vrijwel dezelfde waarden (energetische homeostase). De diamantvormige figuur, aanwezig in de grafiek, corresponderend met F5, geeft aan dat de linker meridiaan naar positieve waarden gaat (dus waarden van hogere energie) en dat de rechter naar negatieve waarden gaat: de energetische waarden van de twee meridianen lopen uiteen en maken dus een progressieve instabiliteit duidelijk van het biologische systeem (organisme). Dit staat voor allerhoogste kwetsbaarheid en potentiële instabiliteit, ook al is in dit kader de causatieve meridiaan (dit is de meest gewijzigde meridiaan) die van de Milt-Pancreas. (De milt-pancreas is verbonden met het element aarde en vertegenwoordigt in psychologisch opzicht de reflectie, het eerste beeld van de besluitvorming, voorafgaand aan het bewuste besluit tot handelen; men tracht de verscheidene elementen te integreren om die vervolgens te realiseren.)

De meridiaan van de galblaas vertegenwoordigt, in de Traditionele Chinese Geneeskunde, en zeker in de Geneeskunde van de Tradities, de uiting van agressiviteit in de ethymologische zin van “ad-graedior”, ofwel het bijtmiddel van het leven, de levenspit, het afgaan op “de dingen”. De persoon heeft dan nog niet het vermogen om een gesprek aan te gaan over verwezenlijking, om verder te gaan; er is een sterk psychologisch obstakel om op te treden en ook een risico van somatisering betreffende de situatie.

De Meridiaan van de Milt-Pancreas vertegenwoordigt, zoals we gezegd hebben, het vermogen te reflecteren. Dit vermogen kan, in potentie, díe component zijn die de persoon versnelling geeft en verhoging van het bewustzijnsniveau, maar ook verslechtering, veroorzaakt door de slechte dialectiek tussen integratie door reflectie en de uiting van constructieve agressiviteit.

In de tweede meting is absoluut van opmerkelijk belang het feit dat de diamantvormige figuur in F 5, verdwijnt: de Doener tijdens de sessie laten spreken, in actie laten zijn, was voldoende om de vastberadenheid in het echte leven weer in evenwicht te brengen.
Er hebben zich mogelijkheden geopend, er is zelfs een perfecte overlapping van de twee contralaterale (linker- en rechterwaarden van de Galblaaspunten): het kritieke punt van het systeem heeft zich volledig opgelost. Door de energie van de Doener te ervaren, is de Causatieve of Significante Meridiaan in staat om het vermogen tot reflecteren te integreren, door zichzelf vorm te geven met behulp van het verworven vermogen om de vitale Energie van het Element Hout, waartoe de meridiaan van de galblaas behoort, tot uiting te brengen.

In de derde meting, verbonden met de status van het “zijn”, komt iets belangrijks naar voren: namelijk het moment waarop wij constateren dat H 3 (het hart) de significante meridiaan wordt met een opvallende diamantvorm, hetgeen een delicaat moment aangeeft van emotionele overgang, en wel van díe overgang die de milt heeft doen kiezen, integreren: het hart staat toe het enthousiasme te verwezenlijken over de keuzen die kunnen worden gerealiseerd: de labiliteit toont dat het subject nog in een instabiele toestand is, dat hij de toestand moet laten bezinken.

Slotfase (van de centrering): opnieuw is de significante meridiaan het Hart, maar geheel geïntegreerd in zijn potentialiteit; de galblaas is door de Doener al in evenwicht gebracht; enkele minuten van bezinking (heel grote effectiviteit van een sessie) tonen de samenhangende betekenis van de sessie: de persoon heeft zich bevrijd van de angst – vrees voor verwerkelijking, van geen vertrouwen in zichzelf, de integratie is zelfs affectief, met enthousiasme.

Slotbeschouwingen
Een eerste gegeven van buitengewoon belang is de snelheid van de veranderingen die de Voice Dialogue-sessie teweegbrengt: in slechts twintig minuten verandert de energetische toestand viermaal, waarbij zelfs ook de meridianen veranderen, die anders redelijk stabiel blijven in een reeks van metingen in de normale toestand.

In de beoordeling van de grafieken die in het artikel niet worden gerapporteerd, heeft men opgemerkt dat zich soms op het einde weer een beeld voordoet dat, hoewel verschillend van de eerste meting, het kritieke punt ervan opnieuw toont:
niettemin is dat nu juist de plastische, potentiële meridiaan waardoor de persoon terugkeert naar een labiele toestand maar wel met alle ontwikkelde ervaring, met een superieur voltage, zeer krachtig, hetgeen nieuwe mogelijkheden opent.

We zijn dus overtuigd van het bijzonder grote nut om dit experiment met een groter aantal proefpersonen voort te zetten:
wetenschappelijk, en dus met objectieve gegevens, de geweldige vervlechting bewijzen van aan de ene kant de innerlijke ervaring van het bewustzijn en de evolutie van het bewustzijn en aan de andere kant de verandering van kwaliteit en kwantiteit van de psychofysische energie van het individu, betekent: bijdragen aan een kennistheoretische “revolutie” en aan een verandering van de wetenschappelijke mentaliteit, voorbode van andere inzichten en plannen vrij van beperkende vooroordelen.

[1] Arts, psycholoog en psychotherapeut, docent aan het Centrum voor Onderzoek in de Medische Bioclimatologie, Biotechnologie en Natuurgeneeswijzen, Universiteit van Milaan.
[2] “Scuola di Counseling” gebaseerd op Voice Dialogue, docent aan de Master “Interpersoonlijke Relaties, Communicatie en Counseling”, geleid door prof. Enrico Cheli, Universiteit van Siena.
[3] Universitair docent en adjunct-directeur van het Centrum voor Onderzoek in de Medische Bioclimatologie, Biotechnologie en Natuurgeneeswijzen, Universiteit van Milaan.
[4] Dhr en Mw Maassen zijn beiden wiskundige en verstaan Italiaans. Anneloes Welling-Maassen is arts, Voice Dialogue-trainer en hogeschooldocent bij Fontys Hogeschool Verpleegkunde in Eindhoven.
[5] Met dank aan vriendin en counseler Silvana Borile voor het tot stand brengen van dit kontakt.
[6] De counselers Silvana Borile, Fabiana Pasi, Alberto Pellegrino en Paolo Poluzzi wil ik hierbij bedanken.
[7] De eerste die de presentie van fotonen geproduceerd door levende organismen (biofotonen) theoretisch uitgewerkt heeft, was de Russische bioloog Gurwitsch, in 1923. Rond 1950 bevestigden andere Russische wetenschappers van “Biofizika” de aanwezigheid van biofotonen in levende organismen. Een nieuwe en zeer gevoelige lichtdetector, de fotoversterkende buis, liet de eerste, rigoreuze en experimentele bevestiging toe van de kant van een fysicus: prof. Facchini van de universiteit van Milaan. Vanaf dat moment kregen de studies en de onderzoeken op het gebied van de “ultrazwakke cellulaire straling” een grote impuls door toedoen van wetenschappers in verscheidene delen van de wereld.(Uit: “Biofotonen en celdeling”, thesis van dr. Laura Garnerone bij de postdoctorale cursus “Biomedische Technologie en Natuurgeneeswijzen”, onder auspiciën van Prof. Sergio Serrano, 2003-04, Universiteit van Milaan.
[8] De biofysische eigenschappen van de biofotonen zijn bestudeerd door dr. Fritz Albert Popp, die daarin één van de eersten was. Tussen 1981 en 1986 heeft Popp samen met de moleculair bioloog Walter Nagl van het laboratorium van de Universiteit van Kaiserlautern, deze theorie beter geformuleerd, en verschillende experimenten hebben het DNA duidelijk aangewezen als de belangrijkste bron van biofotonen. (…) “De moleculen van het DNA zijn niet alleen pure biochemische elementen, maar ook, en vooral, antennes, capabel tot uitzenden en opnemen van golven”. (Laura Garnerone, thesis cit.)
[9] Homeostase: “aangeboren neiging in de organismen om de factoren constant te houden die een functionele harmonie bepalen en die factoren opnieuw te stabiliseren als ze veranderd worden; bovenal met betrekking tot het ongewijzigd blijven van de samenstelling van het milieu interieur” (Encyclopedisch woordenboek, Sansoni, FI)
[10] “Wij danken aan de fysicus en chemicus Ilya Prigogine (Nobelprijswinnaar Scheikunde, 1977) het begrip “dissipatieve structuren”. De biologische structuren kunnen worden vereenzelvigd, met structuren van dissipatieve aard, oftewel open systemen die met de omgeving niet-chaotisch energie uitwisselen, bijvoorbeeld in de vorm van elektromagnetische signalen of van materie. De toename van de energie doet de entropie afnemen, dwz wanorde. Tot de nog grotere verdiensten van Prigogine behoort dat hij het concept meester is kunnen worden dat de toevoer van energie altijd chaos produceert. In de dissipatieve structuren verspreidt de geleverde energie zich bliksemsnel door het gehele systeem” (Laura Garnerone, thesis cit.)
[11] Centrum voor Onderzoek in Medische Bioclimatologie – Biotechnologie, Natuurgeneeswijzen aan de Staatsuniversiteit van Milaan.